Schepping?
Waarom geloven wij in de schepping?

Voor wij op deze vraag ingaan, beantwoorden wij eerst een andere.
Waarom geloven wij in de Bijbel als een boek, dat de invloed laat zien van een kennis, die ver uitgaat boven de menselijke?

Een van de redenen, dat wij geloven in een hogere Macht, die kennelijk de touwtjes van de geschiedenis in handen heeft vinden we in het boek Daniël.
Wie het boek Daniël naast de geschiedenis legt, kan niet anders dan de tekst uit Daniël 2:27-28 onderschrijven:
“De verborgenheid waarnaar de koning vraagt, kunnen geen wijzen, bezweerders, geleerden of waarzeggers de koning te kennen geven. Maar er is een God in de hemel, die verborgenheden openbaart; Hij heeft de koning Nebucadnezar bekendgemaakt, wat in de toekomende dagen geschieden zal”.
Daniël 2:36-45:
“Dit is de droom, en de uitlegging daarvan zullen wij de koning zeggen: Gij, o koning, koning der koningen, aan wie de God des hemels het koningschap, macht, sterkte en eer geschonken heeft, ja, in wiens hand Hij de mensenkinderen, waar zij ook wonen, de dieren des velds en het gevogelte des hemels heeft gegeven, en die Hij tot heerser over die alle heeft gemaakt – gij zijt dat gouden hoofd.
Doch na u zal een ander koninkrijk ontstaan, geringer dan het uwe; en, weer een ander, een derde koninkrijk, van koper, dat heersen zal over de gehele aarde; en een vierde koninkrijk zal hard zijn als ijzer; juist zoals ijzer allers verbrijzelt en vermorzelt; en gelijk ijzer, dat vergruizelt, zal dit die allen verbrijzelen en vergruizelen. En dat gij de voeten en tenen hebt gezien deels van pottenbakkersleem en deels van ijzer, betekent, dat dit een verdeeld koninkrijk wezen zal: wel zal het iets van de hardheid van het ijzer aan zich hebben, juist zoals gij gezien hebt ijzer gemengd met kleiachtig leem, en de tenen en voeten deels van ijzer en deels van leem; ten dele zal dat koninkrijk hard zijn, en ten dele zal het broos zijn.
Dat gij gezien hebt ijzer vermengd met kleiachtig leem, betekent: zij zullen zich door huwelijksgemeenschap vermengen, maar met elkander geen samenhangend geheel vormen, zoals ijzer zich niet vermengd met leem. Maar in de dagen van die koningen zal de God des hemels een konin krijk oprichten, dat in eeuwigheid niet te gronde zal gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk zal overgaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid, juist zoals gij gezien hebt, dat zonder toedoen van mensenhanden een steen van de beerg losraakte en het ijzer, het koper, het leem, het zilver en het goud verbrijzelde. De grote God heeft de koning bekendgemaakt wat na deze zal geschieden; de droom is waarachtig en zijn uitlegging is betrouwbaar”.

Wie de geschiedenis naast deze profetie legt ziet de volgende lijn.
1. Het gouden hoofd, Nebucadnezar: Babylon.
2. De zilveren borsten en de armen: Medo-Perzië.
3. De koperen, buik en lendenen: Griekenland.
4. Romeinse keizerrijk.
5. Europa met de onderling verwante koningshuizen.
6. Het nog toekomstige eeuwige koningkrijk, dat God zal oprichten.

De hoofdstukken 7,8, en 9 voegen nog interessante details toe, terwijl de hoofdstukken 11 en 12 nog eens een overzicht geven.
Voor verdere details verwijzen wij graag naar “Studiemateriaal” en dan “Maranatha”.
In deze rubriek wordt een overzicht gegeven van de boeken Daniël en Openbaring. Het laatste boek sluit aan op het eerste en geeft ook weer interessante zaken.

Verder is er buiten de Bijbel om geen reden te vinden, waarom wij al eeuwen een indeling van de tijd hebben in zes dagen plus een rustdag.
Weet u trouwens waarom men mannen, die vijftig jaar worden, een Abraham geeft? Het antwoord staat in Johannes 8:57 “De Joden dan zeiden tot Hem: Gij zijt nog geen vijftig jaren en hebt Gij Abraham gezien?”
Wie zou trouwens de wijsheid kunnen ontkennen van de Tien Geboden, die de basis vormen voor de  wetgeving van beschaafde landen.
Wij geloven in de Bijbel als het Woord van de eeuwige, liefdevolle en genadige, maar toch rechtvaardige God in de hemel.
Wij geloven ook, dat de drie Personen zowel afzonderlijk als gemeenschappelijk God zijn.
God de Vader, de architect van de schepping en als zodanig de Schepper.
God de Zoon, die alles heeft gemaakt, en die in de persoon van Jezus van Nazareth als mens op aarde wandelde.
God de heilige Geest, die oprechte mensen heeft geleid bij het schrijven van onder andere de boeken van de Bijbel en bij de uiteindelijke keuze, uit welke boeken de Bijbel is samengesteld

Maar het principe is, dat de Bijbel zichzelf uitleg. Men mag nooit zijn standpunt bepalen op grond van één (gedeelte van een) tekst.
Bij de begrafenis van Prins Claus noemde Huub Oosterhuis de Bijbel eerst:
dat prachtige, moeilijke joodse boek, dat van alle schakeringen van christelijke godsdienst de bron is, en het ijkpunt zou moeten zijn.
Verderop in de overdenking omschreef hij de Bijbel als:
dat boek, dat van alle schakeringen van christelijke godsdienst de bron en het ijkpunt zou moeten zijn.

De Bijbel is voor de overgrote meerderheid van de christenen jammer genoeg helemaal geen bron en ijkpunt voor hun overtuiging.
Zij nemen aan wat hun kerk leert en denken dan (helaas volkomen ten onrechte), dat ze het echte Bijbelse verhaal horen. Daarom roepen wij alle bezoekers van deze site op te doen, zoals de Joden te Beréa in Handelingen 17:11, die dagelijks de Schriften nagingen, of deze dingen zo waren.
Wij geloven dan ook, dat de aarde en alles, wat daar bij hoort, is geschapen door de God, die ons de Bijbel heeft gegeven als zijn Woord en als de meest betrouwbare levensgids.
Wij geloven, dat deze schepping ongeveer 6.000 jaar geleden heeft plaatsgevonden in 6 dagen van 24 uur, met de zevende dag als door God ingestelde rustdag, zoals beschreven in de eerste 2 hoofdstukken van de Bijbel.

Sommigen beweren, dat de scheppingsdagen uit Genesis 1 geen dagen van 24 uur waren, maar tijdperken van bijvoorbeeld 1000 jaar.
Dat dit totaal onmogelijk is, blijkt uit het volgende citaat:
Ten tijde dat rode klaver in Australië ingevoerd werd, waren er geen hommels in dat werelddeel. Uit het van Engeland ingevoerde zaad groeide een prachtige soort klaver, maar toen de boeren naar zaad speurden in de klaverbloemen, vonden zij het niet. Na het tweede jaar stierven de planten van het geïmporteerde zaad, en geen enkele plant leefde langer dan enige jaren. De boeren losten tenslotte het probleem op door hommels in te voeren. Zodra deze bijen in de klavervelden waren losgelaten, kwam er zaad genoeg om uitgeleefde planten te kunnen vervangen.
De algemene onderlinge afhankelijkheid in de natuur tussen bloeiende planten en dieren heeft klaarblijkelijk sinds de scheppingsweek bestaan en bewijst opnieuw, dat de dagen van de scheppingsweek dagen van 24 uur waren. Als zij geologische tijdperken waren geweest, dan waren al die bloeiende planten die van dieren afhankelijk waren, van de aardbodem verdwenen voordat de bestuivende insecten verschenen.
Bron: “Vanwaar? Waartoe? Waarheen?” van F.J. Voorthuis.