Veel kerken leren de mensen, dat er een tweedeling van de mens is bij het sterven. Het lichaam gaat in het graf of in de urn en de ziel gaat naar de hemel. Vanuit die leerstelling leert o.a. de rooms-katholieke kerk de aanbidding van overleden door de kerk als heiligen aangemerkte mensen. Is dit een menselijk dogma of is er een Bijbelse grond voor?

Laten we eens kijken, wat de Bijbel zegt over de mens en over de toestand van de doden.

Het Oude Testament

Gen. 2:7 Toen formeerde de Here God de mens uit stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levend wezen.
Psalm 6:6 Want in de dood is Uwer geen gedachtenis; wie zou U loven in het dodenrijk?
Psalm 88:11-13 Zult Gij aan de doden een wonder doen; zullen schimmen opstaan en U loven? Wordt in het graf uw goedertierenheid verkondigd, uw trouw in de plaats der vertering? Wordt uw wondermacht in de duisternis bekend, uw gerechtigheid in het land der vergetelheid?
Psalm 104:29,30 verbergt Gij uw aangezicht, zij worden verdelgd, neemt Gij hun adem weg,  zij sterven en keren weder tot hun stof; zendt Gij uw Geest uit, zij worden geschapen, en Gij vernieuwt het gelaat van de aardbodem.
Psalm 115:117,118 Niet de doden zullen de Here loven, niemand van wie in de stilte zijn nedergedaald, Maar wij, wij zullen de Here prijzen, van nu aan tot in eeuwigheid. Hallelujah.
Psalm 146:4 gaat zijn adem uit, dan keert hij weder tot zijn aarde, te dien dage vergaan zijn plannen.
Prediker 3:19,20 Want het lot der mensenkinderen is gelijk het lot der dieren, ja eenzelfde lot treft hen; gelijk dezen sterven, zo sterven genen, en allen hebben enerlei adem, waarbij de mens niets voor heeft boven de dieren; want alles is ijdelheid; alles gaat naar één plaats, alles is geworden uit stof, en alles keert weder tot stof.
Prediker 9:5,6,10 De levenden weten tenminste, dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets; zij hebben geen loon meer te wachten, zelfs hun gedachtenis is vergeten.Zowel hun liefde als hun haat en hun naijver zijn reeds lang vergaan; en zij hebben nimmer deel aan iets, dat onder de zon geschiedt. Al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat, want er is geen werk of overleg of kennis of wijsheid in het dodenrijk, waarheen gij gaat.
Prediker 12:7 en het stof  wederkeert tot de aarde, zoals het geweest is, en de geest wederkeert tot God, die hem geschonken heeft.
Daniël 12:13 Maar gij, ga het einde tegen, en gij zult rusten en opstaan tot uw bestemming aan het einde der dagen.

Het Nieuwe Testament

Johannes 5:28,29 Verwondert u hierover niet, want de ure komt, dat allen, die in de graven zijn, naar zijn stem zullen horen, en zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het kwade bedreven hebben, tot de opstanding ten oordeel.
Johannes 6:39,40,44,54 En dit is de wil van Hem, die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles, wat Hij  Mij gegeven heeft, niets verloren late gaan, maar het opwekke ten jongsten dage. Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke, en Ik zal hem opwekken ten jongste dage. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage.
Johannes 11:23,24 Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal opstaan. Martha zeide tot Hem: Ik weet, dat hij zal opstaan ten jongste dage.
Johannes 14:1-3 Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis mijns Vaders zijn vele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.
1 Thessalonicenzen 4:15-17 Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen.

Het moge duidelijk zijn.
De gehele mens blijft in het graf tot aan de wederkomst van de Heer.
De levensadem verlaat de mens bij het sterven, maar er is géén onsterfelijke ziel.
Alhoewel het woord “geest” in Prediker 12:7 mensen op het verkeerde been kan zetten, staat er volgens onze informatie in de grondtekst “adem”
Het is daarom volstrekt onmogelijk om contact met overleden mensen te hebben, zoals mediums of spiritisten ons willen doen geloven.
Verschijningen van “overleden dierbaren” zijn satanische engelen.

Iemand, met wie wij in 2010 hebben gecorrespondeert, hield vast een haar mening, dat enerzijds de gehele mens in het graf verblijft tot de opstanding, maar dat tegelijkertijd de mens vanaf zijn sterven in “ontklede vorm” in de hemel is.
Uiteraard noemde zij de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus.
Ook de uitspraak van Christus: “Voorwaar, Ik zeg u: Gij zult heden met Mij in het paradijs zijn”. werd door haar genoemd.
Dit is inderdaad een tekst, waarvan je je moet afvragen, wat Christus met deze uitspraak bedoelt.
Aangezien Christus op die vrijdagmiddag stierf en “nederdaalde in de hel” volgens de apostolische gelooofsbelijdenis, kun je stellen, dat Christus op die vrijdagmiddag helemaal niet naar het paradijs ging.
Wij vroegen haar, hoe dat dan zat met de in de Bijbel genoemde gevallen, waarin een overledene weer tot leven wordt gewekt. Wij vroegen, of het “ontklede gedeelte” dan uit de hemel terugkeerde en zich weer samenvoegde met het aardse deel. Dat waren uitzonderingen, schreef zij. Maar daarmee omzeilde zij het geven van een echt antwoord..

Naar de parallel tussen de oudtestamentische tempeldienst met de dagelijkse en de jaarlijkse dienst, de grote verzoendag, en het hogepriesterlijke werk van Christus in de hemelse tempel, geloven wij, dat voor de wederkomst van Christus in heerlijkheid een onderzoekend oordeel plaats vindt en dat pas in dat oordeel wordt bepaald, wie er wel en wie er niet op de nieuwe aarde van de eeuwigheid mag genieten.
Als de mens al bij zijn overlijden naar de hemel of naar de hel gaat, is zo’n beoordeling niet meer zinvol. Dan wordt iemand uit de hel geroepen voor de hemelse rechtbank en hoort dan, dat hij wordt veroordeeld tot een verblijf in de hel.
Of dan is iemand in de hemel, wordt voor de rechtbank gedaagd en krijgt dan te horen, dat hij voor eeuwig op de nieuwe aarde mag verblijven.
Beetje raar verhaal.